“Ik ben klein en zij zijn groot…” 

“Ik ben klein en zij zijn groot….”

Uit: de tekenfilm Calimero

De laatste weken worstel ik met een ding. Een groot ding. Worstelen inderdaad ja.
Ik maak me klein. En waarom? Als ik dat beredeneer, zeg ik: dat is gemakkelijk, want dat ken ik. Dat deed ik vroeger en dat dus ik nu dus vaak nog.
Als ik voel, voel ik wat er gebeurt: dat het me angst aanjaagt om in mijn kracht te staan.  Dat die kracht groots is. Dat die kracht overweldigend is. Dat die kracht er gewoon mag zijn. Helemaal. Dat dat pas is dat je jezelf recht doet.
Het is gemakkelijker om dat bij een ander te zien zoals ik in het blog ‘ik zie jou’ beschrijf. Maar bij mezelf? Dan is dat ineens een hele uitdaging.
Het is een besef dat dat mag: groots zijn. Gewoon omdat we dat mogen zijn als mens. Dat is ons geboorterecht. Onszelf zijn en dus ook groots zijn.
Maar dat is oh zo eng om in de praktijk te brengen. Er zit nog veel verdriet onder. Verdriet van een klein meisje die alleen maar liefde was. Die klein was (letterlijk) en werd gehouden, omdat de situatie dat vroeg. Maar dat kleine meisje ben ik niet meer. Ik ben volwassen.

IK BEN GROOT(S)

Punt. Meer niet.
Als ik het zo opschrijf, lijkt dat heel simpel. Maar er is nog werk aan de winkel om dat ook echt tot in mijn diepste zelf te voelen en dat dus uit te dragen aan de wereld.
Misschien dat het helpt om de komende tijd een afbeelding die iemand mij maanden geleden met een liefdevolle intentie gaf groot uit te printen en op te hangen:
believe in yourself

Je lijf als leermeester

Ik schreef eens toen ik begon met dit blog dat je dingen vast moet pakken voor je ze los kunt laten.

Soms weet je niet dat er iets is wat je vast zou kunnen pakken. Dan is het als het ware een blinde vlek voor je. Totdat er iemand je een spiegel voorhoudt en die blinde vlek belicht.

Laatst keek ik naar een aflevering van Victor Mids, een illusionist en wetenschapper die allerlei illusies laat zien aan het publiek. Hij was in een martelkamer waar vroeger mensen gemarteld werden [lijkt mij geen fijne plek om te zijn, al helemaal niet om je illusie te demonstreren, maar dat terzijde]. Hij legde uit dat mensen door dissociatie  de meest vreselijke martelingen en dus pijnen konden verdragen, doordat die persoon aan iets fijns dacht. Hij ging dat demonstreren door zijn hand vlak boven een kaarsvlam te houden. Ondertussen probeerden 3 jongeren dat na elkaar ook te doen door hun hand zo langs als mogelijk boven de kaarsvlam te houden die ernaast stond. Een voor een haakten ze al snel af. Maar Victor bleef zijn hand boven de vlam houden. Later zijn een van de jongeren: het leek wel of hij in trance was. Dat is dus door dissociatie.

Ik geloof er niet in dat wanneer je dingen overkomen die heel overweldigend zijn en je liever zou vergeten, dat je die ook daadwerkelijk vergeet. Je dissocieert, je bent er even niet. Je bewustzijn is ergens anders in je lichaam of daarbuiten. Het klinkt misschien raar als er wordt gezegd dat je door dissociatie tijdens misbruik of mishandeling stukjes herinneringen letterlijk ‘vergeet’. Maar je kunt het niet vergeten. Sommige mensen hebben dat, dat ze jaren later zich ineens herinneringen weer gaan herinneren. Herinneringen die heel diep weg waren gestopt.

Ook al weet je bewuste hoofd die herinneringen niet meer direct op te roepen, je lijf onthoudt ze wel. Altijd. Ook als je je daar niet bewust van bent. En soms moet je dan dus heel heel diep graven. Met je lijf als leermeester. Dat leermeester klinkt misschien een beetje zwaar, maar dat is het in mijn beleving niet.

Ik had dat dus laatst ook. Dat ik ineens inzichten had en dingen begreep over mijn eigen ervaring die ik eerder niet eens zag. Waar ik me niet bewust van was. Totdat een ander me erop wees. Totdat ze in het licht werden gezet. En dat die stukjes geheel konden worden, doordat ik ze erkende en vastpakte.

Wat is dat soms confronterend, maar oh zo fijn om op deze manier te groeien. Met mijn lijf als gids. Een gids die altijd de waarheid spreekt, ook al begrijp ik in eerste instantie niet waar ze me heenleidt.